Het SD-hoofdkwartier op Maliebaan 74, Utrecht



Dinsdagavond, 13 februari 1945. Jan Aart van Ieperen en zes andere in Benschop
opgepakte mannen worden afgeleverd op Maliebaan 74 in Utrecht. In dit gebouw zwaait Kriminalobersekretär der Sicherheitspolizei Hermann Neumeier (1901) de scepter. Hij is die dag in Benschop geweest en heeft zich persoonlijk op de hoogte laten stellen van de schietpartij, waarbij drie Duitsers zijn omgekomen. Vanwege de ernst van de situatie, laat hij de hoofdverdachten naar zijn hoofdkwartier overbrengen voor verder verhoor.
Die eer is weggelegd voor zijn ondergeschikte Paul Fröhlich (1903), Kriminalsekretär en SS-Sturmscharführer (sergeant-majoor) van de Sipo. Wat er zich precies die avond afspeelt op dit adres, weten we niet. Pietje Verkerk, echtgenote van A.C. Klever van Benedeneind 406, schrijft na de oorlog naar de onderzoekscommissie dat haar man er flink is afgebeuld.

Zowel Fröhlich als Neumeier worden na de oorlog in Nederland berecht. Ze hebben talloze martelingen en executies op hun geweten. Ze zitten jaren in voorarrest. Op 4 juni 1949 schrijft Neumeier aan zijn kinderen Ursel (17) en Inge (13): 'Morgen is het Pinksteren en ik ben niet bij jullie. Vele jaren duurt het al en het einde in niet in zicht.' Hij besluit met: 'Lebt alle wohl, tausend Grüsse und Küsse euer Papa'. Hij reageert ook op het bericht dat Ursul een vriend van 18 jaar. 'Alles ist mir fremd geworden, auch die Kinder.'

Hermann Neumeier hoeft niet lang te wachten op het weerzien. Zijn vonnis, en ook dat van Fröhlich, wordt in 1950 geveld. Vanwege het lange voorarrest, volgt voor beiden vrijlating. De Nederlandse rechters zijn wel klaar met die oorlog, lijkt.

Periode: 1940 - 1945