Mei 1945, Benschop; de week na de bevrijding. Op het dorpsplein voor het gemeentehuis worden de gevallen dorpsgenoten herdacht: de bij een schietpartij tijdens de razzia van 13 februari dat jaar omgekomen Theo Klever en de vier dagen later op Benedeneind 361 gefusilleerde Jan Aart van Ieperen, Jasper van Ieperen, Arie Klever, A.C. Klever en Adriaan van Vliet. Tevens wordt de naam van Cees van der Wolf genoemd, die op de dag van de razzia zo gewond raakt dat hij anderhalve maand later in het ziekenhuis van IJsselstein overlijdt.
Dat ook de 23-jarige Arie van Es de oorlog niet heeft overleefd, is dan nog niet bekend. Hij is op 17 maart op het Boveneind opgepakt. Hij wordt na te zijn ontsnapt uit een trein gruwelijk vermoord door Luftwaffe-personeel op landgoed De Scheleberg bij Lunteren.

Opvallende aanwezig op het dorpsplein is burgemeester Kees Schreuders. Ook hij werd op 13 februari gearresteerd. Hoewel Stadsfeldwebel Hübsch van de Feldgendarmerie hem vertelt dat kogel voor hem klaar ligt, wordt Schreuders na verhoor door de SD naar Kamp Amersfoort gestuurd waar honger en mishandeling wacht. Als de bevrijding daar is wandelt hij op eigen gelegenheid naar Utrecht, waar hij een fiets leent om naar Benschop te gaan. Broodmager komt hij daar terug. ‘Zijn kenmerkende dikke wangen zijn verdwenen,’ concludeert de 9-jarige scholier, en zoon van de hoofdonderwijzer van de School met de Bijbel, Hans Breekveldt die dag op het dorpsplein.

Diezelfde week bezoekt Schreuders ook Polsbroek, waar deze foto is genomen. Ook van deze kleine gemeente is hij burgemeester. Met de smid uit het dorp, Leen Horden, heeft hij een speciale band opgebouwd. Samen zaten ze in Kamp Amersfoort. 'Hij heeft mijn vader er echt doorheen gesleept,' zei Hordens dochter Alie daarover.

1945